Tissue culture acclimatiseren
Tissue culture acclimatiseren
Het acclimatiseren van tissue culture planten is een cruciale stap om ervoor te zorgen dat de jonge plantjes, die zijn gegroeid onder steriele laboratoriumomstandigheden, succesvol kunnen overleven en gedijen in een normale omgeving. Volg onderstaande stappenplan om je tissue culture planten uit te pakken en geleidelijk aan hun nieuwe omgeving te laten wennen.
Stap 1: Voorbereiding
- Wennen aan licht: Je plantje heeft waarschijnlijk enige tijd in het donker doorgebracht, en moet daarom weer even wennen aan licht en de temperatuur in huis. Leg de productverpakking met plantje op een relatief lichte plek (niet in de volle zon), en laat hem enkele uren wennen.
- Werkruimte: Zorg voor een schone werkplek op kamertemperatuur, en zorg dat je niet in direct zonlicht werkt.
- Materialen:
– Potje(s) met substraat: Bereid trays of potjes voor met een licht, goed vocht- en lucht doorlatend substraat. Een mengsel van 50/50 perliet en aquariumgrond (kleine zwarte bolletjes, in veel tuincentra te koop als o.a. Flora Base Pro of Fluval Stratum) is onze favoriet. Een combinatie van perliet en sphagnum mos is ook populair. Er zijn uiteraard nog meer opties, maar bovenstaande worden het meest aangeraden. Als je geen ervaring hebt met bovenstaande substraten raden we je aan om gewoon het substraat te gebruiken waar jij je het meest bekwaam in voelt. Het is aan te raden om je substraat al vochtig (en eventueel schoon) te hebben.
– Schaar of mes: Om de verpakking te openen, let er goed op dat deze goed schoon is.
– Bakje met lauw water: voor het schoonmaken van de plant. Eventueel extra bakjes voor weken.
– Eventueel, voor als je het zekere voor het onzekere wilt nemen:
– 70% Gedenatureerde alcohol: Voor het steriliseren van je schaar, mes (of eventueel pincet als je deze graag gebruikt).
– Waterstofperoxide 3% of fungicide: Voor het doden van eventuele bacteriën en schimmels.
– Wortelhormonen: Zowel stekpoeder als vloeibare hormonen zijn geschikt, maar combineer ze liever niet.
- Hygiëne: Was je handen voordat je begint.
Stap 2: Verwijderen van de gel
- Open de zakjes met je schone schaar of mes het zakje en giet er wat schoon, lauw water in. Beweeg het zakje rustig een paar keer heen en weer, dit helpt om zoveel mogelijk gel al van de plant af te halen.
- Haal de plant uit de verpakking, in je bak met lauw water. Probeer zo goed als je kan alle gel te verwijderen van de plant, deze vind je vooral op de wortels. Wees hierbij voorzichtig maar maak je niet al te druk als je blaadjes of wortels afbreekt, alles wat gemakkelijk afbreekt had het acclimatiseren waarschijnlijk toch niet overleefd. Laat je plant in het water tot je klaar bent om hem te planten
- Eventuele extra stap: Als je gel hebt verwijderd kan je de plant nog enkele minuten laten weken in een bakje lauw water met een scheutje waterstofperoxide of fungicide, maar niets al te sterks.
- Eventuele extra stap: Als je gel hebt verwijderd (en eventueel bovenstaande stap ook hebt uitgevoerd) kan je de plant nog enkele minuten laten weken in een bakje waarin je vloeibare wortelhormonen mixt met lauw water. Maak de mix half zo sterk als de instructies op de verpakking aangeven. Probeer contact met de huid te voorkomen in verband met de eventuele gezondheidseffecten die hormonen kunnen hebben.
Let op: de gel verwijderen is de allerbelangrijkste stap, besteed hier liever te veel tijd aan dan te weinig! Een plant met nog teveel gel zal ‘stikken’ en hoogstwaarschijnlijk sterven.
Stap 3: Plaatsing in substraat
- Plant je plantje in de voorbereide potjes of trays. Zorg ervoor dat de wortels goed bedekt zijn en de plant stevig staat.
- Besproei of bewater de plant en de grond lichtjes om de plant vochtig te houden. Het is belangrijk dat je de plant de komende weken niet laat uitdrogen, maar het is nog belangrijker dat je de plant niet te nat houdt.
Stap 4: Bedekken voor hoge luchtvochtigheid, ventilatie, licht en warmte
- Luchtvochtigheid: Plaats een doorzichtig deksel of een plastic zakje over de potjes om een mini-kas te creëren. Dit helpt om een hoge luchtvochtigheid te behouden, waarin je plant goed kan groeien.
- Ventilatie: Zorg voor kleine ventilatiegaatjes of open de deksel/zak af en toe om luchtcirculatie mogelijk te maken en schimmelvorming te voorkomen.
- Licht: Voor een consistente groeiomgeving raden wij aan je plant onder een groeilamp te plaatsen. Als je deze niet hebt, zet de plant dan op een plek met voldoende indirect licht, maar absoluut niet in de volle zon.
- Warmte: Warmte helpt je plant met het maken van wortels. Als je een groei- of warmtemat hebt, zal je plant deze zeker waarderen!
Nu begint het grote wachten… Want we raden je aan om pas door te gaan met de volgende stap tot je plant minstens één nieuw blad heeft geproduceerd, en deze voldoende uitgehard is.
Stap 5: Acclimatiseren aan lagere luchtvochtigheid
- Verleng dagelijks de tijd dat de deksel of plastic zak open is. Begin met enkele minuten en bouw dit langzaam op over een periode van 3-4 weken (1-2 weken als je plant in een groeikast komt te staan). Wanneer je plant voldoende gewend is, kan je de bedekking achterwege laten. Het is wel belangrijk dat de plant voldoende vochtig blijft, omdat planten meer vocht nodig hebben in drogere lucht.
Let op: Wanneer alle blaadjes slap worden is dit een duidelijk teken dat de plant meer luchtvochtigheid nodig heeft, en kan je het beter iets rustiger aan doen met het tempo van acclimatiseren.
Stap 6: Verdere verzorging
- Water geven: Blijf de planten regelmatig water geven, maar zorg ervoor dat je substraat goed doorlatend is en overtollig water kan weglopen om wortelrot te voorkomen.
- Voeding: Na enkele weken kun je beginnen met het toedienen van een lichte vloeibare meststof om de groei te stimuleren. Doe dit in het begin op halve sterkte.
Stap 7: Observeren en aanpassen
Blijf je plant goed in de gaten houden tijdens de eerste paar maanden. Let op tekenen van stress, ziekte of plagen en pas de verzorging aan indien nodig.